Solidariteit en zorg zet je niet in lockdown

Opinie

Naar aanleiding van de Wereld Gezondheidsdag op 7 april schrijven vier huisartsen uit de Gentse wijkgezondheidscentra een pleidooi voor een sterke sociale zekerheid en voor goede werkomstandigheden en structurele investeringen in de zorgsector.

Het is zes uur ‘s avonds. Als laatste patiënt op het corona-spreekuur, strompelt Pablo mijn consultatieruimte binnen. Hij hoest al een paar dagen en heeft lichte koorts. Zijn longen klinken nog normaal, maar dat sluit een infectie met het coronavirus niet uit. Testen kunnen we niet. Pablo is niet ziek genoeg om opgenomen te worden, maar hij heeft geen dak boven zijn hoofd. De nachtopvang voor daklozen is zijn enige toevluchtsoord. Zijn vriend Louis steunt hem door dik en dun en ze zijn altijd samen. Hij heeft geen klachten. Nog niet.

“Vannacht blijf ik in de nachtopvang slapen dokter. Gelukkig hebben we afzonderlijke kamers en kunnen we er onze handen ontsmetten,” mompelt Pablo. De nachtopvang nam gelukkig al enkele belangrijke maatregelen.

Toch kan Pablo daar de komende dagen niet blijven. De kans op transmissie van het virus naar andere gasten is te groot. De volgende ochtend bel ik met de nachtopvang. Of Pablo ergens in isolatie kan gaan voor een week. Of er al een oplossing is voor dakloze mensen met vermoeden van een corona-infectie. Ik word doorverwezen van de éne naar de andere sociale dienst. Een oplossing komt er niet voor Pablo en zijn vriend, maar in de nachtopvang mogen ze niet meer binnen. Louis en Pablo, die nog altijd koorts heeft, moeten vannacht buiten slapen.

Hun verhaal is verre van uniek. Net als Pablo zijn er mensen zonder papieren, mensen in armoede, mensen die hun job verliezen, die hun interim contract niet verlengd zien. Veel gezinnen die met één inkomen overleefden, zullen de komende weken op de rand van de armoede balanceren. Veel oudere mensen die alleen wonen, vergaan van de eenzaamheid. Zoals in haast elke crisis zijn het de meest kwetsbare mensen in onze samenleving die het hardst getroffen worden. Overal in het land weerklinken verhalen als die van Pablo en Louis.

In een aantal steden zijn er voorzorgen genomen, maar vaak zijn de voorzieningen niet voldoende en vallen nog steeds mensen uit de boot. In Antwerpen en Brussel zagen Artsen zonder Grenzen, Dokters van de Wereld en het Rode Kruis zich genoodzaakt om opvang te bieden aan daklozen en vluchtelingen. We tonen ons graag solidair met helden. Het geeft onze eigenwaarde een boost en het applaus bij valavond bezweert ook de eigen angsten. Maar wat met de rafelige rand van de samenleving? Daar blijkt solidariteit minder evident.

Solidariteit zet je niet in lockdown. Zeker nu niet. We zien veel mensen die uit spontane bezorgdheid en mededogen maskers naaien, voedsel en geld inzamelen voor mensen die het moeilijk hebben. We kunnen dit alleen maar toejuichen. De neiging om te zorgen voor elkaar zit in ons allemaal. Daar hoef je geen zorgverlener voor te zijn. Op een hoger maatschappelijk niveau krijgt deze solidariteit gestalte in onze sociale zekerheid. Wie gezond en welvarend is, draagt mee de lasten voor wie zorgbehoevend is. Het is dankzij de sociale zekerheid dat een miljoen Belgen nu kunnen terugvallen op een uitkering voor tijdelijke werkloosheid door overmacht. Dankzij de sociale zekerheid zijn er ziekte-uitkeringen voor wie een infectie oploopt, betaalt de mutualiteit de dure ziekenhuisrekeningen terug en zijn er werkloosheidsuitkeringen voor wie zijn job verliest. Zonder deze vangnetten zouden nu anderhalf miljoen Belgen in de armoede belanden. Onze sociale zekerheid is het belangrijkste wapen dat we hebben tegen het virus.

Toch is het op deze sociale zekerheid dat opeenvolgende regeringen de afgelopen decennia miljarden hebben bespaard. De huidige Vlaamse regering verkondigt met de glimlach dat ze verder gaat met het politieke project van ‘snoeien om te bloeien’. Hoewel er vandaag nog geen echt nieuwe federale regering uit de bus is gekomen, maakt men ons ook op dat niveau al een tijdje wijs dat verder besparen op de sociale zekerheid noodzakelijk zal zijn om de rekeningen op orde te krijgen.

Ondanks de schijn van spaarwoede raken de begrotingen sinds de bankencrisis niet meer in evenwicht. Dat mag niet verwonderen. Opeenvolgende regeringen ontzien telkens weer de sterkste schouders, staan toe dat fortuinen in belastingparadijzen eindigen en eisen niet langer dat ook zij bijdragen aan de sociale zekerheid. In een ander jargon heet dat ‘zuurstof aan de economie geven’. Toch stikken de mensen. De kinderarmoede neemt al jaren toe, mensen met een beperking dreigen steeds vaker uit de boot te vallen, als ze al niet ergens op een ellenlange wachtlijst verdwalen. Er is een tekort aan kinderopvang. De huidige woningnood is een welvaartsstaat onwaardig. Jongeren in kwetsbare opvoedingssituaties, mensen in eenzaamheid, mensen met psychische moeilijkheden. Er tonen zich steeds grotere scheuren in de sociale vangnetten.

Ook besparen op de zorg is bij ons al lang geen taboe meer. Openbare ziekenhuizen, en bij uitbreiding de hele sector van de gezondheidszorg, worden door opeenvolgende regeringen rentabiliteitscriteria opgelegd en beoordeeld op hun kosten-efficiëntie. Een ziekenhuisdirecteur is in de eerste plaats een CEO. De kwaliteit van de zorg en de werkomstandigheden van het personeel komen op de tweede plaats. Verpleegkundigen, zorgkundigen, vroedvrouwen en assistenten moeten met steeds minder steeds meer werk verzetten. De verschillende reportages over de zorg en de werkomstandigheden in private rusthuizen liggen nog vers in het geheugen. Bij de verdeling van nieuwe persoonlijke beschermingsmiddelen zoals maskers en schorten, werden de vroedvrouwen botweg over het hoofd gezien. Ze moeten zich maar behelpen. Bij ons, maar ook in heel Europa trekt het zorgpersoneel al jaren aan de alarmbel. Op 20 jaar tijd werden in Italië in totaal 120.000 bedden weggespaard. Die rekening krijgt het land nu gepresenteerd.

Dit alles geeft in onze ogen het applaus voor de helden van de zorg een cynisch randje.

Wie vanavond dinsdag 7 april, op Wereldgezondheidsdag, uit het raam of vanop het balkon ons een applaus toebedeelt, vragen we deze keer ook voor onze sociale zekerheid een strijdbare ovatie. Applaudisseert u vooral voor de talloze verpleegkundigen, zorgkundigen, assistenten, vroedvrouwen, onderhouds- en onthaalmedewerkers die onderbetaald, overwerkt en vaak niet voldoende beschermd het vuile werk opknappen. We hopen vooral dat uw blik en applaus niet verslappen eens het virus van de voorpagina’s verdwijnt. Wij houden ons hart vast voor de nasleep van deze crisis. Zal de economische schade, net als na de bankencrisis in 2008, ook nu weer op, ons belastingbetalers, verhaald worden terwijl de sterkste schouders gespaard zullen blijven? Zal men hetzelfde recept hanteren en met ijzeren hand verdere besparingen op openbare diensten en sociale vangnetten decreteren? De komende jaren zullen we moeten vechten om onze sociale zekerheid te verdedigen. Om te ijveren voor een sterke, kwaliteitsvolle en toegankelijke gezondheidszorg. Voor Pablo en Louis, voor de rafelkant van de samenleving, maar ook voor u en mij. De COVID-19 epidemie leert ons dat gezondheid of ziekte geen rang of stand kent. Onze gezondheidszorg is van iedereen. Wij hopen dat uw solidariteit niet in lockdown gaat, eens u er zelf terug uit mag.

 

Auteurs: Doris Vandenbossche (huisarts), Lucie Blondé (huisarts), Egmont Ruelens (huisarts), Winfried Huba (huisarts), Tom Meeus (Vereniging van Wijkgezondheidscentra)

Dit opiniestuk werd ook gepubliceerd in Het Laatste Nieuws (hier) en op dewereldmorgen.be (hier).

 

Creative Commons License
De afbeelding valt onder de licentie Creative Commons Attribution 2.0 Generic License.

Deel dit artikel:
Facebook
Twitter
LinkedIn