Studiegroepen gingen aan de slag en formuleerden het concept “wijkgezondheidscentrum” als een mogelijk alternatief voor een zinvolle professionele toekomst. Zo’n centrum zou op wijkniveau op de eerste lijn een multidisciplinair (huisarts, thuisverpleging, maatschappelijk werk, kinesitherapie en dieetbegeleiding) antwoord bieden aan de lichamelijke, psychische en sociale problemen van de lokale bevolking en in hoge mate aandacht hebben voor preventie en gezondheidspromotie en participatie van patiënten en wijkbewoners.
Laagdrempeligheid en toegankelijkheid werden belangrijke uitgangspunten, en om die te kunnen realiseren wenste men een alternatieve financieringsvorm voor de betaling per prestatie. Op het eind van de jaren ’70 werd dan ook de Vlaamse Vereniging voor Forfaitaire Geneeskunde opgericht. Ook andere hinderpalen voor het realiseren van multidisciplinaire samenwerking op basis van gelijkwaardigheid dienden te worden aangepakt, wat onder andere leidde tot een actie voor een fundamentele hervorming van de Orde der Geneesheren.